π‘«π’‚π’ˆ πŸ•

Simon, Andreas, en ondertussen ook Jakobus en Johannes zijn met Jezus meegegaan en komen in KafarnaΓΌm aan. Ze gaan daar op de sabbat naar de synagoge en Jezus begint de mensen daar te onderwijzen. Er staat dat de mensen diep onder de indruk zijn van Zijn onderricht. Er was daar een man die bezeten was door een onreine geest en nadat Jezus deze geest streng toespreekt verlaat hij de man. In vers 27 staat vervolgens: Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: β€˜Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als Hij onreine geesten een bevel geeft, wordt Hij gehoorzaamd.’ Toen ze uit de synagoge kwamen gingen ze naar het huis van Simon en Andreas. Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, daarover gaat de tekst van vandaag. Ze spreken met Jezus over haar. Zal ze al lang ziek zijn geweest? Het staat er niet bij maar wel dat Hij naar haar toegaat, haar overeind helpt en de koorts haar verlaat. Wauw. Je leest het snel maar bedenk eens hoe het voelt om met koorts op bed te liggen en dat iemand je overeind helpt en weg is de koorts! Het ene wonder volgt op het andere. Wat zullen de mannen gedacht hebben? Met wie zijn we nu toch meegegaan? Wie is deze Jezus? Luistertip van deze dag is het lied Glorie aan God (Opwekking 354)