𝑫𝒆 π’ƒπ’‚π’“π’Žπ’‰π’‚π’“π’•π’Šπ’ˆπ’† π‘Ίπ’‚π’Žπ’‚π’“π’Šπ’•π’‚π’‚π’

En zie, een wetgeleerde stond op om Hem te verzoeken, en zei: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beΓ«rven?Β En Hij zei tegen hem: Wat staat er in de Wet geschreven? Wat leest uΒ daar?Β Hij antwoordde en zei: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.Β Hij zei tegen hem: U hebt juist geantwoord. Doe dat en u zult leven.Β Maar hij wilde zichzelf rechtvaardigen en zei tegen Jezus: Wie is mijn naaste?Β Jezus antwoordde en zei: Een man ging van Jeruzalem naar Jericho en viel inΒ de handen vanΒ rovers, die hem de kleren uittrokken, hem daarbij slagen toedienden en hem bij hun vertrek halfdood lieten liggen.Β Toevallig kwam er een priester langs diezelfde weg, en toen hij hem zag, ging hij aan de overkant voorbij.Β Evenzo ging ook een Leviet, toen hij op die plek kwam enΒ hemΒ zag, aan de overkant voorbij.Β Maar een Samaritaan die op reis was, kwam in zijn buurt, en toen hij hem zag, was hij met innerlijke ontferming bewogen.Β En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden en goot er olie en wijn op. Hij tilde hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem.Β En toen hij de volgende dag wegging, haalde hij twee penningentevoorschijn, en hij gaf ze aan de waard en zei tegen hem: Zorg voor hem, en wat u verder aan kosten maakt, zal ik u geven als ik terugkom.Β Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die inΒ handen vande rovers gevallen was?Β En hij zei: Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo – Lucas 10:25-37

De les voor ons

Liefde betekentΒ daadwerkelijk helpen. WatΒ dat telt is wat iemandΒ doet, niet wat hijΒ is.Β Waar je ook woont, er zijn altijd mensen in je omgeving die hulp nodig hebben.Β 

Prachtig passen de woorden van lied 233 bij dit verhaal!Β 

Grijp toch de kansen, door God u gegeven.
Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen.
Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven?
D’ arbeid der liefde, gedaan om u heen.
Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend,
alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waard’ en zal blijven bestaan.

Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen,
help hen die vielen, breng troost in hun smart;
laat dan uw licht schijnen, blij als de morgen,
wijs op de Heiland, die rust geeft voor ’t hart.
Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend,
alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waard’ en zal blijven bestaan.

Weet, al uw arbeid, uw lijden voor Jezus,
’t wordt door Hemzelve geschat naar zijn waard’.
En eens daarboven, daar vinden we weder,
vruchten van ’t zaad, dat we strooiden op aard’.
Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend,
alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waard’ en zal blijven bestaan.