𝑫𝒆 π’ˆπ’†π’π’Šπ’‹π’Œπ’†π’π’Šπ’” 𝒗𝒂𝒏 𝒅𝒆 π’˜π’Šπ’‹π’›π’† 𝒆𝒏 𝒅𝒆 π’…π’˜π’‚π’›π’† π’Žπ’†π’Šπ’”π’‹π’†π’”

Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas. Zij die dwaas waren, namen wel hun lampen maar geen olie met zich mee. De wijzen namen met hun lampen ook olie mee in hun kruikjes. Toen de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en vielen in slaap. En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf. Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet. Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal – MatteΓΌs 25:1-13

De les voor ons

Jezus gebruikt de gelijkenis om duidelijk te maken wat het betekent om klaar te zijn voor Zijn terugkeer en daarnaar toe te leven. Het verhaal van de meisjes laat zien dat iedereen zelf verantwoordelijk is om gereed te zijn.

Gezang 63 uit het liedboek voor de kerken 1973 verwoord dit prachtig: 

De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil,
maar zalig hij die toch reeds wacht
en Hem begroeten wil.
 
Want ook als niemand naar Hem vraagt
noch in Zijn dag gelooft,
Zijn komst wordt door geen macht vertraagd:
Hij heeft het zelf beloofd.
 
Wie waakt er als een trouwe knecht,
zijn Meester toegedaan,
dat als de Heer komt om zijn recht
hij voor Hem kan bestaan?
 
Zijn onze lampen wel gereed
en branden ze wel goed,
zodat, als Christus binnentreedt,
Hij waardig wordt begroet?
 
De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil
Zalig, die toch geduldig wacht
en Hem begroeten wil.